Voorlezen aan groepen - Verhaaltaal.nl

Ga naar de inhoud

Voorlezen aan groepen

Voorlezen voor een groep peuters en kleuters 

Een heleboel tips over voorlezen die hierboven staan kun je gebruiken. Toch zijn er een aantal punten die bij het voorlezen voor een groep heel anders worden. De dynamiek van een groep is namelijk heel anders dan bij voorlezen voor individuele kinderen. Ik ben een groot voorstander van het voorlezen voor een hele groep. Het groepsgebeuren werkt bij jonge kinderen als een sneeuwbaleffect: de kinderen die moeite hebben met luisteren willen toch graag meedoen met de flow van de groep (kopieergedrag). Kinderen met weinig zelfvertrouwen kunnen zich veiliger in de groep voelen en liften mee met het luistergedrag van de hele groep. Om iedereen toch aandachtig te houden zijn er een paar belangrijke tips:


Rechts: Jan Verbart leest het prentenboek Boe! roept Klein Konijn van Jonathan Allan aan peuters voor. Hij gebruikt een handpop om de fantasie aan te zwengelen.

Links: Nog een voorbeeld met het prentenboek: Coco kan het!, voorgelezen voor kleuters.

  • Maak de kinderen eerst nieuwsgierig. Nieuwsgierigheid is een geweldige motivatie. Je kunt een liedje vooraf zingen; een geheimzinnige beweging maken, of doodgewoon je prentenboek tevoorschijn halen (natuurlijk heb je dat boek dan vooraf niet zichtbaar laten liggen!).
  • Een bijzonder sfeerrijke opening maak je door een speelpop in te schakelen. Je laat de kinderen de pop aaien, je praat met de kinderen. Uiteindelijk zet je de pop op een stoel zodat hij mee kan kijken en luisteren naar het voorlezen.
  • Zorg dat de platen van het prentenboek steeds goed zichtbaar zijn. Kinderen zijn namelijk kijkmensen. Kinderen met weinig Nederlandse taal blijven zitten zolang er iets te zien is. Sla het boek open en draai de prenten naar de groep. Zelf pak ik het prentenboek graag aan de bovenkant vast zodat het gewicht van het boek ervoor zorgt dat de prenten goed zichtbaar blijven, want zo kan ik probleemloos de tekst voorlezen zonder dat ik het boek hoef te draaien. 
  • Kies dus voor prentenboeken met grote, duidelijke afbeeldingen als je voor de hele groep voorleest.

  • Zorg dat je gezicht de emoties van het verhaal weerspiegelen tijdens het voorlezen.
  • Zet de kinderen in een halve kring voor je. Bedenk dat de kinderen op de uiteinden van de halve cirkel schuin kijken: zij moeten dus meer moeite doen om de plaatjes te zien. Zet daar dan de kinderen waarvan je weet dat ze geïnteresseerd zullen blijven.
  • Maak het voorlezen niet langer dan een kwartier à twintig minuten. Daarna zakt de concentratie bij de meeste kinderen al snel.
  • Laat bij het slot het omslag weer zien en noem nog eens de titel van het boek. Zo maak je een cirkel van je verhaal: dat is psychologisch een heel goede afsluiting.

Prentenboek voorlezen

Hier leest Jan Verbart Dribbel is jarig van de auteur Eric Hill voor.

Ik houd het boek aan de bovenkant vast met de afbeeldingen steeds naar de groep toe, zelfs tijdens het ombladeren. Ik trek het boek iets opzij en daarna iets naar achter als ik de tekst wil voorlezen: zo blijft het kijkbeeld 100% intact voor de groep. Bovendien kan ik zo de tekst letterlijk voorlezen: een belangrijke voorwaarde om een tekst eer aan te doen.

Ook zien de kinderen in één beeld de emoties op mijn gezicht zodat ze extra hulp krijgen bij het gevoelsmatig interpreteren van de tekst.


Links: Jan Verbart leest het prentenboek Krrrr... okodil! van Catherine Rayner (Prentenboek van het Jaar 2014) voor peuters. Op de videobeelden staan tips en aanwijzingen over de uitvoering.

Rechts: auteur Erik van Os laat zien hoe je zijn boek Feest, feest, feest! kunt voorlezen.

Kamishibai-theater (vertelkastje)

Oorspronkelijk werd het verteltheatertje door Japanse monniken gebruikt om verhalen over het boeddhisme te vertellen aan een ongeletterd publiek. Begin vorige eeuw gebruikten rondreizende vertellers (op de fiets!) de kamishibai om de kost te verdienen met hun verhalen.
De kamishibai is een vertelvoorstelling waarbij papieren afbeeldingen in een houten theatertje het verhaal ondersteunen. De verteller staat naast of achter het theatertje terwijl hij tijdens de vertelling steeds afbeeldingen wegschuift uit het kastje zodra een gedeelte van het verhaal is afgelopen.
Het theatertje kon in dichtgeklapte vorm op de fiets meegenomen worden. Wel handig als je de kost moet verdienen door in allerlei buurten op te treden. De vertellingen werden dikwijls besloten met het verkopen van snoep. Het houten vertelkastje heet eigenlijk butai; de papiervoorstelling heet kamishibai.

In Nederland wordt het kastje vooral bij het voorlezen van prentenboeken gebruikt. Je kunt natuurlijk geen prentenboek in het kastje schuiven, maar wel de afbeeldingen op A3-formaat: de zogenaamde vertelplaten. Sommige vertelkastjes zijn aan de achterkant open waarbij de teksten op de achterkant van de vertelplaten staan. Veel kastjes zijn aan de achterkant gesloten: je neemt dan de tekst op een blad in de hand zodat je de genummerde vertelplaten kunt voorlezen.
De vertelplaten worden door uitgeverijen gemaakt: er zijn niet niet veel verschillende prentenboeken in de vorm van vertelplaten beschikbaar. Het Prentenboek van het Jaar wordt tegenwoordig altijd ook in vertelplaten uitgebracht. Het is dan een feestje om het winnende prentenboek tijdens De Nationale Voorleesdagen voor te lezen met behulp van een vertelkastje.

Links: Een voorbeeld van het gebruik van een vertelkastje. Het voorgelezen prentenboek is Kerstmis met Boer Boris van Ted van Lieshout.

Rechts: een vertelkastje met de vertelplaten van Op je potje / Kathleen Amant. Je schuift de platen vóór de vertelling op volgorde in het kastje; tijdens de vertelling trek je ze er een voor een uit.

Voorlezen voor oudere kinderen 


Wat gebeurt er bij kinderen die voorgelezen worden?

Stel je eens voor: je wordt voorgelezen. Wat gebeurt er dan met je als luisteraar? Je hoort de tekst en je filmt onbewust de gebeurtenissen van het verhaal. Emotionele gebeurtenissen spiegelen in je gemoed. Als je woorden niet herkent of snapt, krijg je enkele blinde vlekken in je voorstelling van het verhaal. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, als het maar geen gatenkaas wordt.
De woorden die je kunt filmen maken het verhaal makkelijker (kasteel, hond, regen). De woorden die je niet kunt filmen zijn dikwijls abstracter en moeilijker (overmorgen, omdat, zoals). De dialogen tussen de hoofdfiguren geven vooral ritme en emotionele lading aan het verhaal.
Natuurlijk is het zo dat je meer en beter luistert als je je best doet om het verhaal te volgen. De beste motivatie is nieuwsgierigheid.

Maak kinderen nieuwsgierig tijdens de introductie
Kinderen nieuwsgierig maken is van groot belang bij de introductie van een onderwerp of  een boek. Van nature zijn kinderen nieuwsgierig. De huidige beeldcultuur zorgt ervoor dat kinderen meer dan ooit ‘kijkmensen’ zijn. Als je wilt beginnen bij de beleving van het kind is het nuttig om iets grappigs of interessants te laten zien. Ook humor kan ook zeer motiverend zijn, bovendien neemt het de angst voor iets moeilijks weg! Tips om kinderen nieuwsgierig te maken vind je bij Vertellen voor kinderen.

DE VOORLEZER AAN DE SLAG

Het stutten van het verhaal

De kinderen zijn nieuwsgierig gemaakt en dus bereid om te luisteren. Je kunt beginnen met voorlezen. Nu is de eerste halve bladzijde heel belangrijk. Het kost voor veel kinderen relatief veel moeite om aan het verhaal en de hoofdfiguren te wennen. Leg daarom bij de eerste regels, tijdens of vooraf, extra goed uit hoe de beginsituatie van het verhaal in elkaar zit. Ik noem dat: het verhaal eerst stevig stutten. Als je weet dat er bepaalde moeilijke begrippen voorkomen die noodzakelijk zijn voor het begrip van het verhaal, kun je die alvast uitleggen. Bedenk nogmaals dat vooral de woorden die je niet kunt filmen moeilijk kunnen zijn.

Staand of zittend voorlezen
Je kiest wat je zelf fijn vindt. Toch valt er wel iets meer over te zeggen. Zittend is heel rustig; dat kan prima werken. Staand is visueel spannend om naar te kijken. Je kunt af en toe een stukje lopen tijdens het voorlezen, dat maakt de tekst spannender!

Stemmetjes maken?
Hoeft niet, maar het is knap als je dat kunt volhouden bij de dialogen in het boek. Sommigen vinden stemmetjes te theatraal, maar ik vind voorlezen voor een groep sowieso iets toneelachtigs hebben, dus ik heb er weinig op tegen. Het kan de dialogen tussen de hoofdfiguren aanzienlijk levendiger maken.
Een heel praktische oplossing om de spreektaal van de hoofdfiguren wat inkleuring te geven ligt in het tempo. De ene hoofdpersoon van het verhaal praat langzamer/vlugger dan de ander. Zoek het niet teveel in een hoge en een lage stem: dat is erg lastig vol te houden. Hard en iets zachter spreken is ook redelijk vol te houden.
De gesprekken tussen de hoofdpersonen zijn voor veel kinderen het meest aangenaam om te volgen in een voorleesverhaal. Deze zinnen zijn meestal kort, emotioneel en visueel beeldend.

Gaatjes laten vallen: het aangename met het nuttige combineren
Het is fijn en praktisch om af en toe een gaatje te laten vallen in je voorleestempo. Het roept meteen verwachtingen naar het vervolg op; en jij hebt als voorlezer even tijd om op adem te komen!
De geslepen voorlezer verzet op dat moment een aantal stappen en trekt daarbij een gezicht van ‘Wat ik nou toch ga voorlezen… ‘

Het slot van het voorlezen
Praat niet al te lang door over de voorgelezen tekst. Vraag aan de kinderen wat ze ervan vonden, dan kun je vaak tussen de regels door merken of ze in grote lijnen het verhaal gesnapt hebben.
Als je een vervolgverhaal aan het voorlezen bent moet je nog even de laatste regels sterk benadrukken; als je de volgende keer weer verder leest, laat de kinderen even recapituleren waar je gebleven was…

Plezier is de maatstaf

Lees je mooi en duidelijk voor of hakkel je af en toe? Zit je wel eens in de knoop bij het lezen van een zin? Kun je tussendoor ook je groep af en toe aankijken? Prima als dat allemaal goed lukt, maar kinderen mogen best horen en zien dat voorlezen een vorm van werken is waarbij niet alles goed gaat. Dat maakt de beleving niet minder. Wat wel heel essentieel is: dat je jezelf en de kinderen plezier gunt in het voorlezen van een tekst. Plezier vindt navolging en enthousiasme, het is veel belangrijker dan een goede techniek!

WAT GA JE VOORLEZEN EN WAT IS JE ACHTERLIGGENDE BEDOELING?

Onderzoek wat je groep kan hebben

Je moet je eerst afvragen wat je groep kinderen kan hebben qua moeilijkheidsgraad en qua concentratie. Als je de groep nog niet zo goed kan inschatten zou ik de eerste keren altijd voor korte verhalen kiezen met een totaal verschillende strekking. Zo leer je de kinderen beter kennen en zij krijgen ervaring met het luisteren naar het voorlezen. Allerlei volksverhalen en sprookjes zijn geschikt als kort verhaal: ze hebben een duidelijke opbouw, zijn qua lengte redelijk te behappen en zitten vol wonderlijke gebeurtenissen. Met name de moderne sprookjesbewerkingen van Jacques Vriens en Thé Tjong-Khing zijn de moeite waard. De openingshoofdstukken van kinderliteratuur zijn ook dikwijls geschikt.
Je kunt ook een stuk uit een boek voorlezen in de hoop dat kinderen het later zelf grijpen om verder te lezen: je helpt ze alvast op weg.
Als je actuele, prijswinnende kinderboeken wilt voorlezen kun je je oriënteren op sites waar de prijzen bekend gemaakt worden. Ze staan voor u in deze site gerangschikt bij Winnende Kinderboeken.

Recreatief voorlezen
Als je de kinderen op een makkelijke manier wil voorlezen zonder verder daarmee aan de slag te gaan, kun je boeken kiezen die bij de kinderjury hoog geëindigd zijn. Het gaat dan meestal om verhalen die niet al te ingewikkeld zijn maar die veel spectaculaire gebeurtenissen kennen. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk: kies als voorlezer een verhaal wat je zelf ook leuk vindt. De uitstraling van plezier bij het voorlezen is veel belangrijker dan het foutloos of prachtig op toon voorlezen.

Verhalen met een levensles: goed / kwaad, emoties verwerken
In een tijd van normen en waarden is het een interessant item om deze verhalen bespreekbaar te maken. Er zijn verschillende types verhalen in dit genre.
Sprookjes en volksverhalen bieden eenvoudige effecten: boontje komt om zijn loontje; ijver en bescheidenheid worden beloond. De oplossingen van problemen zijn duidelijk, maar de nuances ontbreken nogal eens.
De moderne jeugdboeken nemen minder duidelijk stelling in de thema’s goed en kwaad. Toch behandelt vrijwel ieder verhaal situaties waarbij de hoofdpersoon voor morele keuzes komt te staan. Voor een open gesprek na het voorlezen van een verhaal kan dat toch een interessant uitgangspunt vormen.

Aanvullende educatieve verhalen
Denk hierbij aan geschiedenisverhalen; verhaal over de natuur etc. of aansluitend bij een project van school. De bibliotheek heeft dergelijke leesboeken voorzien van speciale embleempjes, over dieren; geschiedenis etc. Deze verhalen bieden vaak een aanvullend sfeerbeeld rondom een onderwerp.
Je kunt ook verhalen kiezen om de structuur en opbouw van een verhaal te bespreken.

Korte verhalen met wetenschappelijke inhoud
Denk hierbij aan korte stukken uit de krant; internet; allerhande informatieve jeugdtijdschriften ed. Aansluitend bij wat in de les, tv of het kringgesprek ter sprake is gekomen. Deze manier van werken wekt interesse bij alles wat om ons heen gebeurt en onderstreept dat over bijna ieder onderwerp informatie is te vinden.

Moppen en raadsels
Een zeer dankbare, buitengewone vorm van verhaaltjes zijn moppen en raadsels. Door kinderen wordt dit genre hoog gewaardeerd. Het kan een heerlijke opfrissing in je les geven. Ik gebruik het zelf nogal eens als de kinderen nog meer van een verhaal willen horen, maar je eigenlijk wilt stoppen. Een mopje of een raadsel vormt dan een prachtige stoplap. Een mop is eigenlijk verhaaltje waar alle overbodige woorden zijn weggesneden. Ieder woord is belangrijk. Lees daarom een mop langzaam voor en laat een stilte vallen na belangrijke zinnen die om essentieel begrip vragen. Dat geeft kinderen de tijd om na te denken en tijd om, door extra hard te lachen, aan andere kinderen te laten merken dat zij het mopje wél snappen!

MET KINDEREN PRATEN OVER EEN VERHAAL 

Kennismaken met jeugdliteratuur door te praten over een verhaal

Je wilt de kinderen kennis laten maken met een kunstzinnig verhaal, dat kan literair en of qua afbeeldingen van hoog niveau zijn. Deze verhalen zijn gelaagder en interessanter van opzet dan de meest populaire verhalen, maar het vergt meer inzet van de kinderen en van de leerkracht. Je moet met de kinderen vooraf, soms tijdens en achteraf praten over de inhoud van het verhaal. Dat kan erg boeiend en leerzaam zijn.
Behalve dat je een verhaal beter leert kennen zit er nog een heel ander aspect aan deze techniek: het brengt verhalen en lezen weer in een sociale context. Het samen beleven en bespreken van verhalen is ook een onderzoek naar jezelf als lezer en je kunt je spiegelen aan de ervaringen van anderen.



Rechts: Rick Kleine leest het verhaal The wednesday surprise van Eva Bunting voor. Ondertussen helpt hij vanaf het begin de kinderen de structuur en de betekenis van het verhaal te voorspellen.

Links: een speciale brochure van Stichting Lezen over praten over boeken

Video rechts: praten met kinderen over boeken met de methode van Aidan Chambers. Kinderen krijgen vragenkaartjes en worden uitgedaagd na te denken over de boeken en hun eigen mening te geven. Deze manier van werken wordt ook Leeskring genoemd.

Behalve dat je een verhaal beter leert kennen zit er nog een heel ander aspect aan deze techniek: het brengt verhalen en lezen weer in een sociale context. Het samen beleven en bespreken van verhalen is ook een onderzoek naar jezelf als lezer en je kunt je spiegelen aan de ervaringen van anderen. 


In de video hiernaast zie je hoe kinderen van groep 4 met hulp van een leerkracht elkaar vragen stellen over boeken.

De werkwijze van Aidan Chambers


Vooral de schrijver Aidan Chambers heeft zich toegelegd op het praten met kinderen over literatuur waarbij hij allerlei creatieve richtvragen heeft gerangschikt. De vragen zijn bedoeld om kinderen uit te dagen; om nadenken te ontlokken; om ervaringen te delen. Hij vindt het van groot belang dat de leeservaring van de kinderen ter sprake komt, niet zozeer de mening van de volwassene of de "juiste" betekenis van het verhaal. Wat ik erg sterk aan Chambers vind is dat hij steeds hoofd en hart weet te verbinden met zijn technieken.


Links:  Lezing van Aidan Chambers over praten over boeken met kinderen.

Rechts: Aidan Chambers over praten over boeken met kinderen, maar nu in workshopvorm.

Terug naar de inhoud